Een weekendje Gent

Een weekendje Gent

Fietsen en wandelen in een middeleeuwse stad

Dé tips voor een weekendje Gent? Ga fietsen of maak een wandeling in de middeleeuwse stad. Zet je vijftiende-eeuwse bril op en ontdek het Gent van Jan Van Eyck, de schilder van het Lam Gods, al fietsend en wandelend in het Gent van vandaag.

Onze redacteur deed de test en geeft je er enkele originele tips bij om een andere kant van Gent te ontdekken.

Gratis fiets- en wandelkaart

Die fietsroutes en wandelingen in het middeleeuwse Gent? Die vinden we op een handige vouwkaart die je gratis bestelt via onze webshop. Zo heb je ze vooraf en kan je dingen plannen. De kaart ‘Wandelen en Fietsen in het Gent van Van Eyck’ bestaat uit twee fietslussen en een wandelroute.

Dat kan leiden tot keuzestress als je maar een weekend in Gent bent. Welke fietsroute moeten we nu nemen? Of gaan we enkel wandelen? We testten het uit en geven je enkele suggesties.

 

van eyck
Routekaarten

Fietsen en wandelen in het Gent van Van Eyck

Zet een vijftiende-eeuwse bril op en ontdek het Gent van Jan Van Eyck in het Gent van vandaag. Ga fietsen en wandelen in de voetsporen van een van de grootste kunstschilders van de Lage Landen. En duik meteen ook even diep in het mysterie van het verdwenen paneel van de Rechtvaardige Rechters.

Gratis
EUR
Format: 9,99

Tips voor je vertrekt

Logeren in een hostel, Hotel of B&B in Gent?

Voor je vertrekt geven we je tips voor een verblijf in Gent. Overnacht in een pand dat er ook in Van Eycks tijd al stond. Je vindt er meteen al drie op de Van Eyck fiets- en wandelkaart

Hostel Uppelink is het meest budgetvriendelijke logies van de drie. Het staat ook op een absolute toplocatie in Gent, aan de Sint-Michielsbrug, op de Korenlei, met zicht op de drie torens. Hostel Uppelink is opgetrokken in een 12-de eeuws steen en is omringd door tal van gebouwen die er in Van Eycks tijd al waren. Hier slaap je in een kamer van drie, vier, zes, acht, tien of zelfs meer. Of je slaapt in een ‘dorm’. Het is dan ook een hostel. Je betaalt een pak minder, maar je moet ruimte kunnen delen.

Slaap je liever in een luxueuze B&B, dan kan je proberen een kamer te boeken in B&B De Waterzooi, gelegen langs de Leie op het Veerleplein recht tegenover het Gravensteen. De eigenaar heeft bij verbouwingen een stukje vroegmiddeleeuwse straat gevonden en heeft die in zijn pand verwerkt. Ook sporen van een oude Romaanse kerk zijn in de muren op de binnenkoer te zien. Hier maak je kans op een suite met zicht op het hele historische centrum. Je boekt dan ook best vooraf want de kamers zijn gegeerd.

Een derde optie is het Novotel op het Goudenleeuwplein, met ingang in de Donkersteeg. Dat is misschien de minst voor de hand liggende keuze, maar het Novotel geeft ook uit op de Hoogpoort, de Avenue Louise van Gent in de middeleeuwen. Het Novotel is bovendien ook bovenop een toegankelijke middeleeuwse kelder gebouwd en kijkt vanuit de binnentuin uit op De Grote Arend, een kolossaal steen in oorspronkelijke staat. Hier heb je niet minder dan 117 kamers. De kans dat je er een kan boeken is dus groot.

Ook bij Hotel GravensteenB&B The Verhaegen en Villa Leona en Maison Etienne van HUIS19 kom je terecht in een historisch pand voor jouw overnachting.

Hostel Uppelink
Hostel Uppelink is opgetrokken in een 12-de eeuws steen en omringd door tal van gebouwen uit Van Eycks tijd
B&B De Waterzooi
Sporen van een oude Romaanse kerk in de muren op de binnenkoer van B&B De Waterzooi

Huur een fiets in Gent en beweeg als een local

Verplaats je met het openbaar vervoer voor je weekendje Gent. Tram 1 brengt je van Station Gent Sint-Pieters in vijf minuten tot aan de deur van je verblijf in het Gentse stadscentrum. Ook vanuit station Gent-Dampoort sta je met de bus of al wandelend in minuten in het historische centrum. 

Nog geen fiets? Fietsverhuur vind je bij De Fietsambassade, tussen twee van de drie torens op het Emile Braunplein. Je huurt er city bikes, E-bikes, cargobikes, tandems, enzoverder.

Geen enkele reden dus om je eigen fiets mee te brengen naar Gent als je het middeleeuwse lusje gaat fietsen. Handig ook als je behalve dat fietslusje ook andere Gentse buurten wil verkennen. Zoals de bruisende buurt rond Dok Noord of het Handelsdok. 

Lekker eten en drinken in gent

In de rubriek ‘Santé en op uw Gezondhyd’ van de fiets- en wandelkaart kan je op café met Joos Vyd, de opdrachtgever van het Lam Gods. De fiets- en wandelkaart vernoemt drie kroegen in middeleeuwse panden, waaronder het heerlijke terras van café Het Spijker op de Pensmarkt naast het Vleeshuis.

Dit was een korenstapelhuis in Van Eycks tijd. De gevel is onveranderd dezelfde gebleven. Binnen is er regelmatig wel eens iets verbouwd, maar door de typische Doornikse steen en de massieve houten balken werd de middeleeuwse behouden.

Het-Spijker-gent.jpg
De typische Doornikse steen en de massieve houten balken zorgen voor een middeleeuwse sfeer in Café Het Spijker

Honderd meter verder aan de andere kant van het Vleeshuis kan je in het Galgenhuisje terecht. ‘Drink je hier vandaag een glas’, zo staat op de fiets- en wandelkaart, ‘bedenk dan dat hier zes eeuwen geleden een in de boeien geklonken sukkelaar hing te vloeken als een ketter’. Een deel van een middeleeuwse schandbank is nog zichtbaar verankerd in de buitenmuur van het café. Hier stond ook een galg opgesteld. Vandaag is het hier gelukkig een stuk gezelliger. 

Eerder op zoek naar een hapje? Gent heeft honderden lekkere eet- en drinkadresjes in de aanbieding.

Galgenhuisje-gent.jpg
Vandaag is het een stuk gezelliger in het Galgenhuisje dan in de middeleeuwen

Dag 1: fietsen in Gent

Een fietstocht vanuit Gent langs Schelde en Leie

We starten ons weekendje in Gent met een fietstocht. De huurfietsen staan klaar, de Fietsambassade heeft alles netjes geregeld. We hebben onze fiets- en wandelkaart op zak, hebben de knooppunten voor de handigheid ook op een briefje genoteerd en zetten koers naar de Bisdomkaai achter de Sint-Baafskathedraal. Van daaruit start de tocht die op de kaart de naam ‘Het Stalen Ros van Heer Borluut’ kreeg.

Aan het startpunt op de Bisdomkaai stroomt sinds 2018 weer Scheldewater. Dat was in Van Eycks tijd ook zo. Archeologen hebben ontdekt dat hier aan de Schelde de eerste woonkern van Gent moet zijn ontstaan. Dit is zo goed als zeker de geboorteplaats van de stad, rond de tijd dat de vikingen hier de boel kwamen platbranden in de negende eeuw. In 1960 besloot het stadsbestuur zowaar om hier een parking aan te leggen bovenop de Schelde. Het meest historische stukje Schelde van Gent werd om die reden gedempt.

Vandaag zijn de tijden veranderd. Gent is een fiets- en wandelstad geworden. Parkeerplekken zijn niet meer van primair belang. De Schelde mag weer stromen. De watercirkel rond Gent is weer rond. Er peddelen kajaks aan ons voorbij wanneer we richting Beestenmarkt fietsen.

Bisdomkaai gent.jpg
Geen parking meer aan de Bisdomkaai, Gent is een echte fiets-en wandelstad.

Autovrij langs de Schelde

Knooppunt 5 ligt amper vijf minuten verder langs de Schelde op de stadsgrens. De kaart vertelt dat hier aan het Keizerpark in Van Eycks tijd een grote stadspoort stond: de Keizerpoort. Het stratenplan op de kaart toont de locaties van nog vele andere verdwenen stadspoorten. Illustrator Lukas Verstraete heeft ze bovenop de kaart getekend. Dat verklaart die middeleeuwse bril.

Je kijkt naar het stratenplan van het Gent van vandaag, maar met wat hulp van de illustraties en wat verbeelding zie je het Gent van de middeleeuwen verschijnen. Vandaag ligt hier aan het Keizerpark een fietsbrug over de Schelde die je langs een autovrij jaagpad de stad uit leidt richting Gentbrugse Meersen.

Keizerpoort.jpg
De Keizerpoort uit de tijd van Van Eyck, waar nu het Keizerpark is

De Gentbrugse Meersen

Ook in Van Eycks tijd was dit meersengebied. De Schelde was toen wel iets grilliger van vorm. Ze meanderde dieper de meersen in en werd in de 19de eeuw pas rechtgetrokken voor de scheepvaart. We duiken de Gentbrugse Meersen in aan een zichtbaar restant van een oude Scheldebocht. Op het einde van het fietspad komen we aan kasteel Conincxdonk, een eerste kasteel dat aan de familie Borluut gelinkt is. Via een huwelijk, want de echte dame van het kasteel was een Muysconincx.

Vredesmonument_GentbrugseMeersen_DavidSamyn.jpg
De Gentbrugse Meersen in Gent, met het vredesmonument

Een beetje Lord of the Rings

Voorbij het Vredesmonument steken we de Heusdenbrug over om onze tocht langs de Schelde via de linkeroever verder te zetten. Daar vertelt de kaart ons een mooi verhaal, over de tuinbouwschool van Melle, aan de overkant op de rechteroever. In 1948 stuitten werkmannen bij graafwerken daar op een hard object. Dat bleek een massief gebeeldhouwd grafmonument te zijn, in de vorm van een dode ridder van zo’n twee meter lang met een hond aan zijn voeten. Een beetje Lord of the Rings en Game of Thrones tegelijk. In Melle of all places!

Burggraaf-Hugo-II.jpg
Grafmonument van Burggraaf Hugo II, opgegraven in Melle.

Onderzoekers kwamen erachter dat hier ooit een nonnenklooster had gestaan en dat de grafsteen toebehoorde aan de vader van de abdis. De ridder zou niemand minder dan burggraaf Hugo II zijn geweest, de oudere broer van Geeraard de Duivel. Zo’n grafmonument noemt men een gisant. Die gisant staat vandaag in het STAM, het stadsmuseum van Gent. Dat ligt op het einde van deze tocht op het traject. Die gisant kan je dus gaan bekijken. Vandaar dat we het een leuke anekdote vinden.

museum-STAM-gent.jpg
De gisant is te bezoeken in het STAM in Gent

De Kerkhoek in Merelbeke

Na Melle komt Merelbeke. Dit stukje route tis niet meteen het meest pittoreske deel van het traject. Maar verderop wordt het weer heerlijk groen en veilig. Vanaf de Kerkhoek zo ongeveer. Daar zie je de contouren van een kerkje dat hier misschien al in de 7de eeuw zou hebben gestaan. ‘Een ideaal plekje voor een moment van horizontale rust’, zegt de kaart, ‘met een appeltje of zo.’ Dat doen we dan ook.

Kerkhoek-Merelbeke.jpg

Sint-Martens-Latem: kastelen en kunst

Kort na de Kerkhoek komen we in het Parkbos aan. Het is een van de nieuwe groenpolen van Gent. 'Een uitgestrekte groene long die via een rechte lijn met het centrum van Gent verbonden is', zo lezen we op de kaart.

Heb je zadelpijn, of valt het ritje langer uit dan verwacht, dan kan je hier eieren voor je geld kiezen. Maar dan laat je wel het meest groene deel van de route aan je voorbij gaan. Je komt namelijk in de buurt van het kunstenaarsdorp Sint-Martens-Latem. De Leie ligt op de loer. Kastelen en landhuizen troepen hier knusjes samen. Kasteel Borluut is het eerste in een lange lijn.

Parkbos_Sint_Denijs_Westrem-8.jpg
Het Parkbos is een van de groenste stukken van de fietstocht richting Sint-Martens-Latem

Op de koffie bij de Borluuts

Daar heb je ze weer, die Borluuts. Fascinerende naam toch? Die duikt telkens weer op in zowat elk hoofdstuk van de geschiedenis van Gent. Zoals bij de Guldensporenslag en de opstand tegen Keizer Karel.

Hier aan knooppunt 67 hadden ze in de 15de eeuw de ‘zetel  van hun heerlijkheid’, een wit kasteel dat helaas de tand des tijds niet heeft doorstaan. Maar het kasteel dat je vandaag ziet was ook in de 19de eeuw nog in handen van een Borluut. Vandaag kan je gewoon naar binnen, want het is eigendom van de gemeente.

Wij fietsen eraan voorbij, voortgestuwd door een zacht briesje en het vooruitzicht op een drankje op een terras. Zou Van Eyck hier ooit geweest zijn? De Borluuts waren lid van de elite van de stad. Jan van Eyck had op zijn minst contact met Elisabeth Borluut. Wie weet dus…

Kasteel Borluut.jpg
Het kasteel was in de 19de eeuw nog in handen van een Borluut, maar is nu eigendom van de gemeente.

Met het veer naar de overkant

Langs de Leie is het leven mooi! Vooral wanneer de zon schijnt en bootjes liggen te wachten op vaartjes. Hier fiets je langs professioneel geknotte fruitbomen, vers geschoren hagen en eindeloze tuinen met eeuwenoude wilgen waarin ruimte zat is om een stevige boomhut te bouwen. De geur van vers gemaaide gazons hangt hier als een permanent parfum in de lucht.

Na Sint-Martens-Latem volgt Baarle, waar we met een veerpontje naar de overkant worden gebracht. En zo fietsen we verder richting Afsnee, nog zo’n parel van een dorp, waar we nog maar eens met een pontje van oever wisselen. Hier kan je eten met uitzicht op de Leie, in Restaurant Nenuphar. Het schoonste terras van Gent zeggen ze wel eens. Want Gent is maar een boogscheut van ons verwijderd.

Nenuphar-9652.jpg
Lekker eten vanop 'het schoonste terras van Gent' bij restaurant Nenuphar

Terug naar Gent fietsen langs de Leie

Er is geen natuurlijker manier om Gent in te fietsen dan langs de Leie. Tenzij langs de Schelde misschien. Het STAM ligt links van ons op het traject. Hier staat die gisant van de burggraaf. Maar hier hangt ook dat befaamde schilderij, het Panoramisch Gezicht op Gent, uit 1534. Dat toont grotendeels het Gent van Van Eyck, zo zegt de kaart, als een soort stratenplan avant la lettre. De verdwenen poorten die op de kaart staan getekend, zijn ook op dat schilderij zichtbaar.

Panoramisch-Gezicht-op-Gent-1534.jpg
Het befaamde schilderij: het Panoramisch Gezicht op Gent, uit 1534

Restaurants in middeleeuwse panden

We leveren de fietsen in rond vier uur in de namiddag. Dat is een goed gevulde dag, met twee stops voor een drankje, een stop voor een appeltje en een stop voor onze picknick die we in de cargofiets hadden meegesmokkeld. Dat geeft ons een gezonde appetijt en nog wat tijd over voor een aperitief op een van de vele terrassen in de stad.

Brasserie Borluut op de Korenmarkt lijkt ons het beste adres om onze tocht af te sluiten. Het wapenschild van de Borluuts hangt op de buitengevel. Drie huppelende herten. We bestellen bier en vragen om stenen kruiken, maar krijgen proper getapte pintjes in de plaats. Niet erg. Ze smaken heerlijk. Straks een hapje erbij. Dat kan ook hier in Brasserie Borluut, maar wij bellen even naar Cour Saint Georges om te luisteren of ze toevallig nog plaats hebben voor vier. En jawel, dat lukt!

Café-borluut-gent.jpg
Het wapenschild van de Borluuts, met 3 huppelende herten, hangt op de buitengevel van brasserie Borluut

Het clubhuis van Keizer Karel en Koning Boudewijn

Het Sint-Jorishof of Cour Saint Georges, is een opvallend middeleeuws gebouw recht tegenover het stadhuis. Vegetariërs lopen hier in een boog aan voorbij want hier eet je niet zomaar een steak. Je kiest een vers stuk rauw vlees van een toprund naar keuze uit een glazen koelkabinet. Dat wordt vervolgens perfect voor je klaargemaakt. Echte vleeseters vinden dit een geweldige plek.

Het is bovendien ook een restaurant met geschiedenis. Dit was ooit het gildehuis van de Sint-Jorisgilde, een elitekorps van kruisboogschutters. Maria van Bourgondië legde de eerste steen van het gebouw. Keizer Karel was erelid van de gilde. Ook Willem van Oranje en zelfs Koning Boudewijn waren dat. Vandaag bestel je hier overheerlijke stoverij en krijg je er een Liefmans Goudenband bij, of een ander wereldbier uit Oost-Vlaanderen.

Prima advies geven ze hier ook. Ze hebben een biersommelier ingeschakeld om op de kaart ook biertips te geven. Een heerlijke afsluiter van onze dag.

Cour-Saint-Georges in Gent
Cour Saint Georges is nu een populair vleesresaurant
Sint-Jorishof in de middeleuwen in Gent
Vroeger was het Sint-Jorishof het gildenhuis van het elitekorps van kruisboogschutters.

Dag 2: Wandelen in Gent

Een wandeling in het 15de eeuwse Gent

Starten doen we aan de Sint-Baafskathedraal. Het Lam Gods staat er sinds kort weer opgesteld. Uiteraard hoort dat bij het plan van de dag, maar we houden het voor het einde. Eerst wandelen!

Mocht Van Eyck dat gedaan hebben, rond 1430, dan had hij vermoedelijk eerst patijntjes onder zijn schoenen geschoven, vertelt de kaart ons. Dat waren een soort houten blokjes die schoenen beschermden tegen het slijk van de middeleeuwse straten. Vandaag ligt Gent er keurig bij. Wij slenteren op teenslippers en Birkenstocks.

Het steen van Geraard de Duivel

De Sint-Baafskathedraal staat nog gedeeltelijk in de steigers. Hier komt een bezoekerscentrum waar je met een VR-bril doorheen de bouwgeschiedenis van de kathedraal zal worden geflitst. Je zet zo’n ding op en kijkt 360° om je heen naar een virtuele realiteit. Een reden om later terug te keren naar Gent, want dat bezoekerscentrum is nog niet af.

Naast de kathedraal is een nieuw parkje aangelegd. Er staan houten lammetjes in opgesteld. Er zitten trampolines in de grond verwerkt. Ouders zakken onderuit aan houten picknicktafels terwijl hun kinderen op en neer springen. Achter het parkje staat een van de meest iconische gebouwen van Gent.

Het Geraard de Duivelsteen is zo imposant dat je er stil van wordt. Men schrijft de bouw ervan toe aan een zekere Geraard de Duivel in de 13de eeuw, maar men gaat ervan uit dat de stenen donjon er in de 11de eeuw al stond. En daarvoor moet er vast al een houten kasteel hebben gestaan, al sinds de vroegste dagen van Gent. Misschien al in de 9de eeuw of zelfs vroeger. Boek je de gegidste wandeling Seven Senses in de Van Eyck-shop onder het Belfort, dan kan je hier naar binnen. En dat is een aanrader!

Duivelsteen-zuilenzaal-Gent.jpg
Je kan de zuilenzaal zelf bezoeken met de gegidste wandeling 'Seven Senses'

Oude stadspoorten 

Van op het Laurentplein kijk je recht naar de Krook, het prijswinnend architecturaal meesterwerk waar onder andere de Genste bibliotheek is gevestigd. Je beseft het niet meteen, maar de Schelde stroomt onder je door. Volgens de kaart was dat in Van Eycks tijd anders. Dan stroomde de Schelde ook hier gewoon open aan je voorbij.

De-krook-in-gent.jpg
Gentse stadsbibliotheek de Krook is een prijswinnend architecturaal meesterwerk

Op de hoek van de Brabantdam stond een hoge stadspoort gebouwd, de Brabantpoort of Braempoort. De weg die naar de poort leidde was de verbinding met Brabant. Het wegennet was een pak simpeler toen. Je had een weg naar Brugge, een naar Kortrijk, een naar Brabant, ... zo ging dat. En om Gent binnen te komen via die wegen moest je steeds door een poort passeren. Daar betaalde je tol wanneer je goederen de stad inbracht.

Braempoort-in-1534.jpg
De Brabantpoort of Braempoort was een hoge stadspoort op de hoek van de Brabantdam in 1534

Het atelier van Van Eyck

Via de Brabantdam stappen we naar de Vogelmarkt, het kruispunt waar je rechts de Mageleinstraat en Gouvernementstraat ziet en links de Kortedagsteeg instapt. Op de hoek van de Mageleinstraat staat een pand waar Van Eyck zijn hoofd op prijkt.

Sinds jaar en dag wordt verteld dat hij hier zijn atelier moet hebben gehad. Dat leidde men af van een van de panelen van het Lam Gods. Daar is een stadszicht op te zien waarvan men dacht dat het de Kortedagsteeg was. Maar dat wordt sinds kort weerlegd door de Gentse stadsarcheologen.

Hoe dat zit? Dat houden we geheim. Lees het na op de kaart :-). Wij stappen hier links weg tot over de brug en gaan via het jaagpad langs de Ketelvest naar het Kuipgat.

Gent als havenstad

Een bijzonder detail trekt onze aandacht op de wandelkaart. We kijken we uit op de Leie waar het jaagpad langs de Ketelvest eindigt. Op de wandelkaart staat daar in het water een gebouw getekend: het Kuipstuw. Er stroomde een open gracht naartoe. Die liep over de hele lengte van de Oude Houtlei.

Langs dat hele traject staan niet minder dan vier stadspoorten getekend en een stevige walmuur. Daar schiet vandaag haast niets van over. Geen kat die erbij stil staat dat Gent in Van Eycks tijd aan de westelijke kant zo’n versterkte muur had. Behalve een gelukkige huiseigenaar dan, die een deel van die muur in zijn tuin ontdekte. 

Het Kuipstuw was een soort waterschot, een sluis die het waterpeil en de stroomrichting van de Leie regelde. Boten die hier via de Leie de stad binnen voeren, werden via de Ketelvest naar de Schelde afgeleid wanneer het stuw gesloten stond. Stond het open, dan gingen ze rechtdoor naar de haven aan de Gras- en Korenlei. Gent was een rijke handelsstad met een goed uitgebouwd waternetwerk. Dat was een van de sterktes van de stad.

Via de Onderstraat en het Sint-Michielsplein komen we even later op de Korenlei aan. Aan de overkant op de Graslei bruist het lichtjes. Niet zoals in andere tijden wanneer alles mocht en kon. Maar ook nu is het een favoriete hang-out voor Gentenaars en toeristen. Ze kopen een hapje en een drankje in een winkel op de Korenmarkt en komen hier een beetje hangen. Of ze ploffen zich neer op een van de vele terrasjes.

Graslei_DavidSamyn.jpg
De Korenlei met de Graslei er recht tegenover. Een populaire rustplaats voor Gentenaars en toeristen.

De oude weg naar Brugge

Het houten brugje tussen de Korenlei en de Graslei heet de Grasbrug. De Drabstraat sluit erop aan. Volgens de kaart stond hier lang geleden vee uit de Leie te drinken. Van een kade was toen uiteraard geen sprake. Van een brug in die eerste dagen vermoedelijk ook niet, maar toen die er kwam kreeg die aanvankelijk de naam Veebrug.

In Van Eycks tijd was die brug er uiteraard al. Dit was een zeer bedrijvige buurt. Boten losten hier hun lading. En de Drabstraat was een hoofdstraat voor Gent. Ze leidde via een grote stadspoort naar de weg naar Brugge via de Brugse Poort en sloot hier aan de overzijde van de Leie aan op de weg naar Brabant via de Braempoort.

Grasbrug-gent.jpg
De Grasbrug in Gent, tussen de Graslei en Korenlei

De laatste houten gevel in Gent

Wij stappen aan de Grasbrug voorbij en gaan via de Jan Breydelstraat naar het Appelbrugparkje. Daar kwam vroeger de Houtgracht op uit die tot aan het Kuipstuw liep. Dat is vandaag de Oude Houtlei. Van die gracht is dus niets meer te merken. Vandaag is hier een klein brugje dat naar de Vismijn leidt.

Vanop die brug zie je de laatste houten gevel van Gent. Die willen we graag zien want volgens de kaart – en volgens een van de panelen van het Lam Gods – stond Gent in de 15de eeuw vol met houten huizen. Je herkent de stijl meteen als je die achtergevel ziet.

Hier naast het Appelbrugparkje kan je heerlijk ontbijten, of brunchen, in Brooderie Jaffa. Wij nemen een koffie op het terras en verbazen ons over de locatie waar we ons bevinden. Stel het je voor dat Van Eyck hier aan een brugje stond dat over die Houtgracht leidde. Die gracht was hier wel twintig meter breed. Vandaag is er geen spoor meer van te zien.

De laatste houten gevel van Gent
De laatste houten gevel van Gent
Laatste houten gevel van Gent uit het Archief
Wat nu een monument is, was in de 15de eeuw de norm.

De Hoofdbrug aan het Gravensteen

Op het einde van de Jan Breydelstraat gaan we naar rechts en zien we het machtige Gravensteen. Hier stappen we de Lieve over, via de Hoofdbrug. In de duistere middeleeuwen tikte de beul hier hoofden van de romp van veroordeelde misdadigers. Deze brug was ook letterlijk de Hoofdbrug, want ze leidde naar de vesting van de grafelijke macht, het kasteel waar de burggraven woonden.

Daar stap je niet zomaar aan voorbij, ook vandaag niet. Het Gravensteen is prachtig gerestaureerd en kan je gewoon bezoeken. Dat is een aanrader en dat doen we dan ook! Je kan er over de versterkte muren lopen, zoals de wachters van toen. Die hadden daar zelfs wachthuisjes zodat ze droog bleven. En in eentje ontdekken we zelfs een middeleeuws toilet, een gat dat dwars door de vloer op de Lieve uitgeeft. Daar kwam je liefst niet op een fout moment onderdoor gevaren.

Er is ook een indrukwekkende collectie middeleeuwse wapens én een ware folterkamer te zien. Uitrekbanken, duimspijkers, hakbijlen en trechters.. Alles is aanwezig om in de juiste sfeer te komen. Maar het Gravensteen is vooral de moeite waard omdat je er echt wel ongestoord in kan rondwandelen, soms helemaal alleen zelfs. In de kelders, naast de kantelen, op het dak..  

Gent Gravensteen David Samyn.jpg
Het Gravensteen in Gent is vrij te bezoeken

Het Vleeshuis aan de Pensmarkt

Na het Gravensteen steken we de Leie over via de Vleeshuisbrug. Dit is letterlijk een plek om bij stil te staan. Met wat verbeelding zie je middeleeuwse boten aangemeerd liggen als je in de richting van de Korenlei kijkt. Rechts op de oever stond in de middeleeuwen een kerk op het Veerleplein. Het imposante Vleeshuis strekt zich uit langs de linkerkant op de andere oever. Dat werd in Van Eycks tijd gebouwd.

Binnen zie je het oorspronkelijke dakgebinte nog. Gigantische massieve balken, waar vandaag varkenshammen aan hangen te drogen. Aan de buitenmuur stonden kleine huisjes gebouwd, de zogenaamde penshuisjes. In een van die penshuisjes is vandaag een frituur. Daar kunnen we niet aan weerstaan.

Het is middag en er staan duidelijk locals aan te schuiven want die slaan een praatje in het meest platte Gents dat we ooit hebben gehoord. Maar onze bestelling wordt begrepen en de frietjes zijn geweldig lekker! Die nemen we mee naar het terras van het Gouden Mandeken, net naast het Vleeshuis. Dan kunnen we er ook iets bij drinken.

Frituur-Filip-Vleeshuis.jpg
In een van die penshuisjes van het Vleeshuis is vandaag een frituur.

Via de Hooiaard stappen we richting Korenmarkt. Dat deden de middeleeuwers ook, al zeer vroeg in de middeleeuwen zelfs. Dit traject van aan de Graslei, via de Donkersteeg richting Sint-Baafskathedraal moet een van de allereerste wegen in Gent zijn geweest. De weg verbond de oudste woonkern nabij de kathedraal – toen een kleine kerk – met de haven aan de Leie.

Een andere vroege straat was de Hoogpoort. Die staat ook vandaag nog flink gevuld met patriciërshuizen uit de middeleeuwen, zogenaamde stenen. Vaak zie je dat niet aan de voorgevel, want die werd in latere tijden bezet, maar als je goed kijkt kan je ze herkennen. Bij sommige werd het pleisterwerk in de 20ste eeuw compleet verwijderd om de oorspronkelijke Doornikse steen weer bloot te geven.

In Van Eycks tijd was de Hoogpoort een levendige straat waar koopmannen hun waren aanboden. Het was de meest rechte lijn tussen de grafelijke burcht en de portus aan de Schelde waar die andere oude burcht staat, het Geraard de Duivelsteen.

Hoogpoort-Gent.jpg

Van Sint-Jacobs naar de Sint-Jorispoort

Via de Werregarensteeg en de Serpentstraat wandelen we naar Sint-Jacobs. Het epicentrum van de jaarlijkse Gentse Feesten. Hier stond in 1093 al een kerk. De Ottogracht die hier van links op Sint-Jacobs uitkomt was ook effectief een gracht. Dat zie je ook op het wandelkaartje. Het is fascinerend om te zien hoeveel water er hier tussen Sint-Jacobs en de jachthaven verderop vloeide.

Wanneer van Gent nog geen sprake was, zag de Leie er hier ook heel anders uit. Met vele zijarmen en vertakkingen. Sommige van die zijarmen bleven lange tijd bestaan. De Leie zelf werd in de 13de eeuw rechtgetrokken om boten een makkelijkere doorgang te geven. De Steendam moet in de middeleeuwen exact dat geweest zijn wat het woord doet vermoeden: een hoger gelegen dam tussen Leiearmen in. Dat zie je op de wandelkaart. Op het einde van de Steendam stond een stadspoort met een brug over de Leie, de Sint-Jorispoort.

sint-Jorispoort-door-Studio-Claerhout.jpg
De Sint-Jorispoort stond op het einde van de Steendam : een stadspoort met een brug over de Leie

Portus Ganda

De oude stadspoort is verdwenen. Ook de oude brug is er niet meer. Vanop de nieuwe brug over de Leie kijk je uit over Portus Ganda, de jachthaven van Gent. Volgens de wandelkaart stond hier op de Rodetorenkaai in Van Eycks tijd ook effectief een rode toren. Op de wandelkaart krijgen we er een beeld bij.

De toren staat ook afgebeeld op dat fameuze schilderij ‘Panoramisch Gezicht op Gent 1534’ dat in het STAM hangt. De toren beschermde een stuw in de Leie. Net zo een als aan het Kuipgat eerder op de wandeling. Hier stond in latere tijden, na Van Eyck, het beruchte Spanjaardenkasteel van Keizer Karel. Dat liet hij bouwen als represaille voor de opstandigheid van de Gentenaars.

Hij plofte het gigantische kasteel neer op het meest heilige stuk grond dat Gent bezat, het Sint-Baafsdorp, waar de Sint-Baafsabdij stond. Karel ontbond hier al zijn duivels en liet een pletwals los op dat dorp. Het complete schilderij staat afgebeeld op de wandelkaart. Het dorp was enorm. Het moet de Gentenaars pijn hebben gedaan om dat te zien gebeuren.

Gent_Portus_Ganda_1.jpg
De boten in Portus Ganda, de jachthaven van Gent

Sint-Baafsabdij

De Sint-Baafsabdij liet Keizer Karel binnen de muren van zijn Spaans kasteel bestaan. Daar schieten dus nog delen van over. Loop je om de abdij heen, dan passeer je zelfs aan een klein stuk 9de eeuwse muur. Stenen zitten als een soort visgraat in de muur. De deur van de abdij staat open. We kunnen naar binnen. We worden omver geblazen van de verstilde schoonheid van deze plek.

Hier zijn niet zoveel toeristen. Het valt ons zelfs op dat het vooral Gentenaars zijn die hier rondhangen. Kinderen verstoppen zich achter beelden. Hun gelach breekt de stilte op een aangename manier.

We krijgen dorst en keren op onze stappen terug. Hier een goede honderd meter terug staat een café-restaurant, De Buffel. Dat heeft een steengoede reputatie voor zowel de eet- als drankkaart. Het terras staat uit en zit goed gevuld. Een vrij tafeltje lonkt. We hebben geluk.

Sint-Baafsabdij-Gent.jpg

De Sint-Baafskathedraal

Van de Sint-Baafsabdij wandelen we naar de Sint-Baafskathedraal. Dat doen we via de Slachthuisbrug aan het Van Eyck zwembad. Dat is niet zoals de oude monniken het in Van Eycks tijd zouden hebben gedaan. Die brug was er nog niet. Een beetje verder stroomt de Leie in de Schelde. Dit is de plek waaraan Gent haar naam dankt. Gandavum betekent samenvloeiing. Sinds 2018 gebeurt die samenvloeiing hier ook eindelijk echt opnieuw.

Op de gezellige Beestenmarkt staan terrasjes te blinken in de zon. Aan Bar Bidon, een koffiehuis annex fietswinkel – of vice versa – zitten mensen romige latte macchiato’s te drinken. Op de nieuw aangelegde kade van de Reep liggen tieners uitgestrekt op de grond. Op de achtergrond verrijst de Sint-Baafskathedraal.

Het is drie uur in de namiddag. We hebben nog tijd voor dat beloofde sluitstuk, het Lam Gods. Dat staat eindelijk terug waar het thuishoort, in de kathedraal. Daar had Van Eyck het destijds in 1432 ook voor afgewerkt. Wat een wonder. Het ziet er uit als nieuw.

Reep Gent
De Reep, nieuw aangelegd in 2019
SInt-Baafskathedraal Gent
De Sint-Baafskathedraal in Gent, waar het Lam Gods weer thuis is

Bekijk alle stops op kaart