De mooiste lentewandelingen

Stalknechten die bij de duivel een gunst afdwongen, moesten in ruil ’s nachts rondspoken als weerwolf. Zo ging de legende vroeger in de Vlaamse Ardennen. Of je de mythische figuren tegenkomt langs de Weerwolf wandelroute, betwijfelen we. Maar ga je op stap in het voorjaar, dan is de kans wel groot dat je in een sprookjesbos belandt. 

paarsblauwe zee van boshyacinten

De wandeling leidt je namelijk niet alleen langs het Pottelbergbos en het Livierenbos, waar vroeger wolven leefden, maar ook langs het Brakelbos. Tussen wandelknooppunten 6 en 51 is de bodem van het bos er in de lente bedekt met een blauwpaars tapijt van boshyacinten. Een prachtig schouwspel, waar je in dit rustige bos nóg meer van geniet dan in het drukbezochte Hallerbos! 

Zoals de naam doet vermoeden, vind je de klokvormige bloempjes bijna uitsluitend in bossen – en dan vooral tussen de eiken- en beukenbomen. Om te kunnen bloeien hebben boshyacinten, ook wel wilde hyacinten genoemd, veel schaduw nodig en een beschermend laagje bladeren. 

Op welk moment de voorjaarsbloeiers hun kopje opsteken, verschilt van jaar tot jaar. Hoe meer zon in de lente, hoe vroeger de bloemenpracht zich laat zien. Meestal bloeien de boshyacinten midden april, begin mei. Stel je wandeling niet te lang uit, want na ongeveer twee weken verdwijnen ze weer. 

De kleine en grotere plassen, het ruisende riet, de melancholische knotwilgen en de fluitende vogeltjes maken van het Saleghem Krekengebied een adembenemend landschap waar water nooit veraf is.  

Tulpen uit Meerdonk

Ga je hier wandelen in de lente, dan staat je onderweg nog een kleurige verrassing te wachten. Vooral rond de Rode Moerpolder en de Koningskieldrechtpolder – tussen knooppunten 91 en 93 op de route – kom je langs vrolijk gestreepte velden.

Onze noorderburen huren hier in de streek namelijk gronden om hun felrode, gele, roze... tulpen te kweken. Vergeet zeker niet je camera mee te nemen op wandeltocht, want de bonte streepjesvelden zijn bijzonder fotogeniek!  

De tulpen bloeien van eind maart tot half mei, maar tonen zich half april van hun mooiste kant. En hoe verleidelijk ze ook ogen: plukken mag niet! Wil je toch een tuiltje meenemen om je huis op te fleuren? Leef je gerust uit bij pluktuin La Fleur. 

Afsnee is een van die schilderachtige dorpjes aan de oevers van de Leie die begin vorige eeuw heel wat schilders inspireerden. Hier start een wandeling die eigenlijk bestaat uit twee lussen: eentje rond de Beelaertmeersen en eentje rond de Keuzemeersen. 

Bloemenweelde in de Leiemeersen

De eerste lus van de Afsnee-Keuze wandelroute brengt je naar de Beelaertmeersen. Dankzij het kwelwater – grondwater dat aan de oppervlakte komt – vind je in deze natte hooi- en weilanden een schatkamer aan voorjaarsbloeiers als dotterbloem, pinksterbloem en echte koekoeksbloem.

Via de Goedingebrug zet je je wandeling voort in de Keuzemeersen, bestaande uit natte graslanden. Hier voelen waterviolier, egeldotterbloem en pinksterbloemen zich helemaal thuis. Vanaf mei zetten de grote ratelaars de graslanden in vuur met hun gele bloemen. 

In de Romeinse tijd liep van Picardië tot Brabant een indrukwekkend loofbos: het Kolenwoud. Het Neigembos is daar nog een restant van. Deze wandelroute laat je dit 70 hectare grote eiken- en beukenbos op de grens tussen de Vlaamse Ardennen en het Pajottenland verkennen. 

Bloemen- en vlinderparadijs

Vooral van midden tot eind april is de lentewandeling een absolute aanrader. Het bos kleurt dan paars door de wilde hyacinten. Van maart tot mei komen de witte bosanemonen tot bloei, en van april tot juni kun je hier de witgele bloempjes van de daslook bewonderen. 

Al die voorjaarsbloeiers lokken natuurlijk ook veel insecten. Niet alleen voor wandelaars, maar ook voor dagvlinders als oranjetipje, bont zandoogje en citroenvlinder is het Neigembos een waar paradijs.

De Oude Kale – ‘kale’ is wellicht een verbastering van het Latijnse canalis, ‘kanaal’ – is een charmante beek die zich kronkelend een weg baant door een natuurgebied. Je bent hier vlak bij Gent, maar voelt je midden in de natuur. 

Eén grote veldruiker

Via Kasteel Schouwbroek en de Van Vlaenderensmolen, een van de mooiste plekken in de buurt van Gent, duik je de vallei in. Pinksterbloem, echte koekoeksbloem, scherpe boterbloem en poelruit veranderen de drassige hooilanden de hele lente door in één grote veldruiker. In de sloten floreert waterviolier. 

En wie bloemen zegt, zegt vlinders. Oranjetipjes fladderen hier in het voorjaar vrolijk rond. In de plassen en voormalige zandwinningsputten spot je met een beetje geluk speciale libellensoorten als roodoogjuffer en kanaaljuffer. 

Deze korte (maar krachtige boswandeling!) start en eindigt in de dorpskern van Ename. Daar kan je na afloop een bezoekje brengen aan het Provinciaal Archeologisch Museum (PAM), waar historische reconstructies en archeologische vondsten je meenemen door de boeiende geschiedenis van het Scheldedorpje. 

Feeërieke vlondertrap 

De knooppunten van de Bos t'Ename wandelroute nemen je dan weer mee langs de mooiste plekjes van de gemeente, beginnende met de kasseien van de Zwijdries - die beschermd zijn als monument - die je moet trotseren. Daarna duik je Bos t'Ename in, een verrassend stuk groen met een trap midden in het bos.

Het bos heeft een rijke fauna en flora, die vooral in de lente opleven. Schrik trouwens niet als je plots oog in oog komt te staan met een koe of een paard. Zij helpen mee de biodiversiteit van het bos te bewaren en grazen er dus vrij rond. Bij helder (lente)weer heb je op verschillende plekjes langs de route een prachtig zicht op Oudenaarde en misschien zelfs Gent. Vooral tussen knooppunt 31 en 32 kan je vanop het rustpunt van een magnifiek vergezicht genieten. Sit back and relax!